Met Horten en Stoten

Pfäffikon SZ, Switzerland – Er zijn grofweg twee issues die de financiële markten de laatste maanden bezig houden en dat zijn Griekenland en China. Natuurlijk spelen de alsmaar dalende grondstofprijzen, de mogelijk oplopende rente en de heftige valutaschommelingen ook een rol. Maar met name de ontwikkelingen rondom Griekenland zijn wonderlijk te noemen. Hoe krijgt een land – dat een geweldig trackrecord heeft in default’s – het voor elkaar om nog meer geld los te peuteren bij de Europese Unie en het IMF?

China
Het andere brekebeen is China. De devaluatie van de Chinese renminbi jaagt beleggers in de gordijnen, valuta oorlogen zouden worden uitgevochten. Wellicht minder bekend is dat er twee valutakoersen van de renminbi zijn. De onshore renminbi wordt gehanteerd in het land zelf en de offshore renminbi is vrij verhandelbaar. Het is logisch dat de offshore renminbi een diepere knieval maakt dan de onshore renminbi. De ambitie van China is om opgenomen te worden in het mandje van wereldreserve valuta’s. Een belangrijke stap zou de acceptatie van het special drawing rights (SDR) mandje van valuta’s van het IMF zijn. Ook na de recente duikeling van de renminbi is dit proces niet in gevaar. Voor de doorgewinterde Aziatische aandelenbelegger zou volgens mij de devaluatie van de renminbi juist een ultiem koopmoment moeten genereren.

Gevolgen
De devaluatie van de renminbi heeft natuurlijk wel de nodige gevolgen. Simpel gesteld is een daling van een munt goed voor de export en stagneert de import van het betreffende land. China importeert bijvoorbeeld kisten vol bananen en dat wordt wat lastiger. Aan de andere kant wil China marktaandeel winnen in de aantrekkelijke wereld van de smartphones. Deze wens wordt een stuk eenvoudiger met een goedkope munt. Maar vergeet ook de impact op de staalindustrie niet. China exporteert per saldo staal en dat zal de prijzen verder onder druk zetten de komende maanden. Commodity believers moeten de gifbeker helemaal leegdrinken.

Transitie
Veel beleggers schermen met een Chinese groei van circa 7% per jaar, maar dit is niet reëel. Het is al langer bekend dat de Chinese data met een korrel zout genomen moet worden. Een aantal onderzoekbureau’s zijn van mening dat de groei van China ergens tussen de 2,8% en 3,1% ligt, hetgeen een uitstekend cijfer is. Daarnaast is China een land in transitie waarbij de opkomst van een gigantische middenklasse tot de reële mogelijkheden behoort. Dit proces gaat gepaard met horten en stoten maar zal uiteindelijk meer vorm krijgen. Met name Europese beleggers lijken compleet bevangen door het tijdelijke Chinese virus en de dito valutaschommelingen. Voor lange termijn beleggers met gezond verstand ontstaat er een aandelenmarkt welke veel kansen en mogelijkheden biedt.

Rest mij u een goed weekend te wensen.


Jan Dwarshuis is senior asset manager bij Thirteen Asset Management AG, waar hij verantwoordelijk is voor het Thirteen Diversified Fund. Dwarshuis schrijft zijn columns op persoonlijke titel en wordt hier niet voor betaald. Ook betaalt hij niet voor het plaatsen van zijn columns. Professioneel houdt hij posities aan in grote Europese, Amerikaanse en Russische beursfondsen. De informatie in zijn columns is niet bedoeld als professioneel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. Op het moment van schrijven heeft hij geen positie in bovengenoemde aandelen en is ook niet voornemens dat de komende 72 uur te doen.